Een speurtocht naar cultuurbezit

Terug naar hoofdmenu

Toen ik in 1991 de gemeentebesturen van Vlaanderen aanschreef om locaties van zonnewijzers te vinden, kreeg ik van de gemeente Kampenhout een schrijven terug met de vermelding dat er in Nederokkerzeel drie vermoedelijke adressen waren. Nederokkerzeel is een deelgemeente van Kampenhout en bevindt zich op 16 km van Brussel, in noord-oostelijke richting. Het bezit een landelijke dorpskern, waarvan de rust regelmatig verstoord wordt door laag overvliegende jets voor Zaventem.

Na de telefoonnummers opgezocht te hebben, nam ik contact op met de bewoners.

Bij het eerste adres had men een wijzerplaat van een uurwerk aan de gevel hangen. Bij het tweede wist men van niets en bij het derde bleek de informatie juist te zijn.

Het laatste adres was van de Heer Hargot, Schatbewaarder van de Kerkfabriek, Liststraat 26. Hij wist me te vertellen dat er naast zijn huis, aan de voorgevel van een hoevetje, een eigenaardige zonnewijzer op de gevel was aangebracht. De enthousiaste man vermeldde me terloops nog, dat er ook aan de kerk van Nederokkerzeel een verticale zonnewijzer te zien was.

Ik werd dermate nieuwsgierig dat ik naar de bibliotheek trok en begon te zoeken in de boekenreeks "Inventaris cultuurbezit in België".

Deze boekenreeks bestaat uit een vijftiental delen, waarvan het eerste uitgegeven boek over het arrondissement Leuven verscheen in 1971. De reeks werd uitgegeven door Snoeck-Ducaju & Zoon Uitgevers te Gent. De inventaris van het kultuurbezit was een intiatief van de toenmalige Rijksdienst voor Monumenten en Landschapszorg van het Ministerie van Nederlandse cultuur.

In 1975, het jaar van de vrouw, werd het boekdeel "Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur deel 2n Vlaams Brabant Halle Vilvoorde uitgegeven. Het werd geschreven door Mevr. C. De Maegd en Mevr. S. Van Aerschot. Het voorwoord schreef de toenmalige Minister van Nederlandse Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden Mevr. R. Backer - Van Ocken. Zou het jaar van de vrouw hier voor iets tussenzitten?

Deze werken, die de staat veel geld hebben gekost, hadden een drievoudig doel:

1. inventaris van voor bescherming vatbare monumenten

2. gids voor architectuur van de streek

3. wetenschappelijke uitdieping

En inderdaad, in het boven beschreven deel, vond ik genoeg informatie over de hoeve van de zonnewijzer in de Liststraat 24 en de kerk St-Stefanus. De zonnewijzers waren vermeld, doch zonder details. Groot was mijn verbazing dat er volgens dit werk nog een zonnewijzer was aan een Spaans hof, een grote hoeve uit het Spaanse tijdperk.

Hierna vermeld ik de tekst overgenomen uit het boek:

Blz 424

Parochiekerk St-Stefanus

Centrale inplanting met ommuurd kerkhof. Interessante nu heterogene kerk gr. m. uit XIII, XVI-XVII en XVIII op vrij eenvoudige plattegrond: drie beukig schip van 2 traveeën met transept, aanpalende oostertoren XIII tussen een noordkapel en een zuidsacristie en een koor van 2 traveeen met driezijdig ......... Overhoeks geplaatste zonnewijzer ingewerkt in de hoekstenen van west en zuid gevels. Zuidsacristie uit XIX, palend aan de toren.......

Blz 428

Liststraat Nr. 24

zonnewijzer

Voormalig hoevetje met geplaveid erf, sedert ca. 1965 ingricht en verbouwd tot weekeindhuisjes. Breuksteenbouw (cementvoegen) verhoogd met baksteenmetselwerk en afgedekt met zadeldaken (pannen). Voormalig boerenhuis heden met 2 verdiepingen en rechthoekige vensters zonder noemenswaardigheden; gesmeed ijzeren cijfers in de voorgevel geven het jaartal 1780; fraaie zonnewijzer met opschrift "Aensiet den tijt" erboven. Vermoedelijk van elders afkomstige deur: zandstenen rondboog met geprofileerde imposten en sleutel, ingeschreven in een brede rechthoekige omlijsting met entablement. Bakstenen achtergevel met een hoge zandstenen plint met afschuining. Voormalige stal in het verlengde, voorzien van mogelijk oorspronkelijk zandstenen deuren met hoekconsoles en negblokken en vensters in omlijstingen die hoogstwaarschijnlijk resultaat zijn van de recente verbouwing. Breukstenen bijgebouw met rechthoekig deurtje met hoekconsoles, en bakstenen dwarsschuurtje met rechth. poort aan de straatzijde.

Blz 429

Peperstraat Nr. 12 Z.G. Spaans Hof

Fraaie en momenteel verlaten semi-gesloten hoeve uit XVII, doch restauratie en herinrichting worden overwogen. Moo en gesloten volume der gebouwen onder zadeldaken, gegroepeerd rondom de geplaveide binnenplaats (fig 212). Sporen van de vroegere ringgracht, o.m. een resterend poel ten NO. Zandsteenbouw in breuksteenverband , gedateerd 1654 op een gevelsteen in de zijpuntgevel enz........Zijtrapgevels (9tr.) van zandsteen, geconsolideerd door steunberen; blinde zuidwestkant met laadvensters en een zonnewijzer in de top; noordoostgevel voorzien van kleine bovenvensters, duiventillen, verbouwde benedenvensters, een keldervenster met uitspringende latei en 3 gootstenen........

Na dit met veel belangstelling doorgenomen te hebben, werd het me te machtig en telefoneerde naar de 1207 om het telefoonnummer van de bewoner van de Peperstraat 12 te vernemen. De informatie bleek foutief want in de Peperstraat 12 had men geen zonnewijzer. Na veel telefoneren werd uiteindelijk mijn moeite beloond: Peperstraat 62 was het adres van de Spaanse hoeve!

Nu nog vlug een afspraak maken met de eigenaar en niets kon me nu nog in de weg staan om Nederokkerzeel te bezoeken.

Op 2 juni 1991 was het dan eindelijk zo ver, mijn eerste adres was de Peperstraat 62.

Het eerste wat de eigenaar me vertelde was, dat hij niet één zonnewijzer had doch ... twee!!! En inderdaad, buiten de in de Inventaris van het cultuurbezit beschreven zonnewijzer, prijkte er nog een oostwijzer aan een gevel op het binnenhof. Er stond zelfs nog het jaartal 1654 op. De 5 van het jaartal zou een 3 kunnen zijn, doch dit is niet zeker. Het tafereel bestaat uit een ingemetste steen met becijfering die bestaat uit Romeinse cijfers. Alle cijfers IIII, V, VI, VII, VIII, IX, X, XI, XII, I en II zijn nog duidelijk leesbaar. De cijfers staan aan de buitenomtrek. De korte uur- en half-uurlijnen staan tussen de zijden van twee rechthoeken. Er is geen spreuk of tekst te bespeuren. Spijtig genoeg is de oorspronkelijke ijzeren stijl gedeeltelijk weggeroest en is nu te kort om duidelijk het uur weer te geven.

De andere zonnewijzer bevindt zich in de top van een trapgevel. Deze westwijzer, waarvan de becijfering niet meer zichtbaar is, heeft wel een stijl die nog volledig intact is. Aangezien het tafereel een ingemetste steen is, kunnen we veronderstellen dat de zonnewijzer even oud is als de hierboven beschreven oostwijzer.

Liststraat 24

Deze rechthoekige geschilderde zonnewijzer is aangebracht tussen twee vensters op de eerste verdieping. Aan de gevel vormen de trekstangen het jaartal 1780. We kunnen dus aannemen dat de zonnewijzer samen met het hoevetje even oud zijn. Het is een zeer eigenaardig instrument waarop drie cirkelvormige gezichtjes zijn geschilderd. De gezichtjes hebben niet bepaald een gelukkige uitdrukking. Kan dit misschien verklaart worden door de Oostenrijkers die in die periode de Nederlanden regeerden en die niet graag gezien waren? Het tijdelijk verdrijven van de Oostenrijkers, (De Brabantse Omwenteling), had immers negen jaar later plaats. De spreuk " AENSIET DEN TIJT " kan misschien aangebracht zijn door de vroegere eigenaar die niet gelukkig was met de Oostenrijkers. "TIJT" heeft dan betrekking tot de toenmalige heersers en de misnoegde figuurtjes.

Kerk St-Stefanus

Het tafereel bestaat uit een rechthoekige zandsteen die aangebracht is tussen de hoekstenen van west- en zuidgevels. De onderste hoeken zijn naar de binnenzijde uitgehold. Het portaal, dat zich in de nabijheid van de zonnewijzer bevindt, is uit 1662. Denkelijk werd de zonnewijzer rond dit jaartal aangebracht. De verticale zuidwijzer is pal naar het zuiden gericht en heeft declinatie 0. Dit verdraaien van de zonnewijzer uit het vlak van de muur, komt nog sporadisch voor bij andere locaties. Zoals bij de St-Bernardus abdij in Hemiksem en de St-Lambertus kerk in Kessel.

Maar er is meer! Als men deze zuidwijzer vergelijkt met de oostwijzer van het Spaanse hof, dan komt men tot de vaststelling dat er gelijkenissen bestaan tussen beide instrumenten. Namelijk:

- De Romeinse cijfers hebben dezelfde afmetingen en vorm.

- Het getal IIII wordt op dezelfde manier geschreven, namelijk zoals men in Frankrijk zegt: "Num‚ration romeine classique additive".

- Er staan lijnen op voor de uren en de halve uren.

- De uurlijnen zijn kort en staan tussen een dubbele kader.

- De cijfers staan aan de buitenomtrek.

- Rond de cijfers is nog een lijn aangebracht om de steen aan de buitenzijde af te boorden.

- Beide zonnewijzers zijn op enkele jaren na, even oud.

Conclusie: naar alle waarschijnlijkheid werden beide zonnewijzers door dezelfde persoon ontworpen en/of vervaardigd.

Voor wie interesse heeft voor deze zonnewijzers: slechts de zonnewijzers van de St-Stefanus kerk en die van de Liststraat 24 zijn zichtbaar vanop de openbare weg.

Terug naar hoofdmenu

P. Oyen